Kangaroo Island

13 april 2018 - Kangaroo Island, Australië

Nadat ik vorige week zes dagen had gewerkt, was het dit weekend tijd voor ons eerste weekend weg met Bobby, onze campervan. Vrijdagmiddag vertrokken we, eerder dan we dachten want Koen was eerder thuis gekomen. Super fijn. Het weer liet te wensen over. Zodra we bij de auto kwamen begon het te regenen en te waaien. Het is niet zoals in Nederland dat dit dan de hele dag doorgaat. Eigenlijk was het de hele dag mooi weer geweest en de buien lieten dan ook zo af en toe de zon weer door. We hoopten dat de zon zich uiteindelijk veel liet zien dit weekend. Onderweg zijn we nog gestopt bij een mooi uitzichtpunt, HMAS Hobart memorial lookout point. Na hier snel wat foto’s geklikt te hebben zijn we snel weer in de auto gestapt om de wind en regen te ontsnappen. We kwamen een uur eerder als geplant bij de veerboot aan en hadden het geluk dat we met een eerdere boot mee konden/mochten. Desalniettemin was de overtocht een hel. Door het slechte weer beukte de boot op en neer op het water. Ook werd het al vrij snel donker waardoor ik niet meer voor me kon kijken. Gelukkig lagen er hele mooie zakjes waarvan ik de binnenkant even heb ingekleurd.. als je begrijpt wat ik bedoel. Afijn, in het donker kwamen we aan op het eiland en i kan je vertellen dat dit geen aanrader is. Kangaroo Island –met de geweldige afkorting KI- staat bekend om het vele wildlife. En wanneer komen die tevoorschijn? Uhuh, als het donker is inderdaad. Michel zat achter het stuur en ik reed –letterlijk, ik heb behoorlijk wat keren op de ‘rem’ getrapt- mee. ‘kijk uit, daar zit er weer één’ ‘oké, nu komt een scherpe bocht naar links’ ‘ja goed zo’. Op een gegeven moment kwamen we onverwachts uit op een weg, midden in het bos, die wel erg deed denken aan een weg die alleen geschikt is voor 4x4 auto’s. We hadden meteen een flashback naar Afrika waar ons dit ook is gebeurd. Ik was zo blij dat Michel achter het stuur zat. We konden niet keren omdat we midden in het bos zaten en wisten ook niet waar we waren. We probeerden de camping te vinden maar dit lukte nog niet echt. Na deze enge weg, die Michel echt heel goed heeft weten uit te rijden, kwamen we wel bij camping plaatsen maar niet bij een receptie uit. Op een gegeven moment kwamen we ergens uit –en stel je even voor hea, het is onwijs donker, nergens lantaarnpalen of wat dan ook, het regent pijpenstelen en het waait- waar nog één andere auto stond. Plus een hokje met toiletten. Hier hebben we geparkeerd en besloten we om te overnachten. Ik had het centrale telefoonnummer van het eiland al gebeld om achter het adres van de receptie te komen maar dit konden ze me niet geven, wel maakten ze de belofte om te proberen ons ‘unstuck’ te maken wanneer we vast kwamen te zitten. De beste man aan de telefoon vond het geloof ik wel grappig dat ik enigszins onzeker was of we de weg zouden overleven. Het voordeel aan het kamperen op een plek waar verder niemand is –behalve onze buren die we nooit hebben gezien-, is dat je de sterren ongelofelijk goed kunt zien. We konden zelfs de Melkweg zien, het was prachtig. Het nadeel voor Michel was dat ik niet zo heel erg van het donker houd. Wat heeft dat met Michel te maken? Nou, ik moet altijd wel een keer plassen in de nacht en no way dat ik alleen naar dat hokje ging lopen. Onze Bobby slaapt prima maar toch had ik niet zoveel slaap gehad. Stiekem een beetje bezorgd of er geen tak op onze Bobby zou vallen of dat we een boete zouden krijgen of.. of.. Jaja, mijn hoofd is goed in over touren draaien. De dag erna besloten we op pad te gaan. Eens kijken wat dit eiland te bieden heeft. Via de Facebook groep ‘Dutchies in Australia’ had ik de nodige tips opgezocht en genoteerd. Bovenaan dit lijstje stond ‘prospect hill’. Het hoogste punt van KI. Onderweg kwamen we langs een uitkijk punt; Muston. Prima, gaan we even kijken. De wegen op KI verschillen, het ene moment rijd je op asfalt en het volgende op zand. De meeste wegen zijn goed begaanbaar en gelukkig hebben we de rest van de 4x4 wegen weten te vermijden. Wel voel je alles in onze Bobby dus zo’n zandweg is wel hobbelig. Geeft niet, haalt alleen wel het tempo eruit. Hoewel.. met alle beestjes langs de kant van de weg ga je toch al niet zo snel. Muston was wel een mooie stop. Je kon langs het water lopen waar vele vogelsoorten zaten. Hierna zijn we doorgereden naar Prospect hill. De parkeerplaats is helaas afgesloten dus hebben we Bobby aan de kant van de weg geparkeerd. Het is zo’n vijfhonderd treden omhoog. Het uitzicht was ongelofelijk mooi, hoewel het wel onwijs hard waaide. Behalve selfies hebben we dan ook niet echt foto’s van ons samen met dit uitzicht. Ik durfde het niet aan om mijn statief op te zetten, wat denk ik maar goed is ook. Onze laatste stop van de dag was Seal bay. In het informatie centrum werd ons al verteld dat we geluk hadden met het weer. Doordat het weer zo slecht was kwam de zee ver omhoog en lagen de zeeleeuwen dichterbij. Nou moet ik eerlijk zeggen dat we eerst maar een paar zeeleeuwen zagen die een stukje verderop lagen. Na goed kijken ontdekte Michel een pup vlak langs het pad. Hoe we daar langs zijn gelopen zonder hem te zien geen idee. Het is een talent denk ik. Al vrij snel kwam er nog een zeeleeuw in het water boven. Deze was druk aan het roepen –wat echt een hels kabaal is- en een andere pup reageerde hierop. Deze pup deed ons denken aan Seabert, dat tv programma van vroeger waarin een pup met een jongen en meisje ging vechten tegen zeehonden stropers. Deze Seabert, de Australische, had zonder moeite meteen onze harten gestolen. Later ontdekten we nog meer pups en kwam de zeeleeuw die zo schreeuwde onder ons door gewaggeld. Tja, zo elegant als ze in het water zijn, zo lomp zijn ze op het land. Het was geweldig mooi en dan heb ik het nog niet eens over de natuur gehad. Ook dit was waanzinnig. We zijn hier lang blijven hangen omdat het zo’n mooi gezicht was om vooral de pups te zien. Op de terugweg nog even bij een plaatselijk café gestopt. We zaten aan de Westkant van het eiland waar erg weinig te vinden is qua restaurants, supermarkten enzovoorts. In dit café kwamen we aan de praat met de jongen achter de balie; een vrolijke, roodharige met dreadlocks gevulde, spontane jongen. Hij vertelde welke plaatsen mooi waren om te bezoeken wat ik meteen aankruiste op de kaart zodat ik het niet zou vergeten. Hij verkocht ons heerlijke verse brownies en veelte dure benzine. Hierna zijn we op zoek gegaan naar onze camping. Die gelukkig gemakkelijk te vinden was. Het rijden op KI vond ik erg vermoeiend. Je bent constant aan het kijken of er geen dieren oversteken. Zo moest Michel op de rem voor drie overstekende, tegelijk springende, prachtige, kangoeroes en moest ik volop op de rem voor een echidna. Je ziet heel veel roadkill wanneer je op KI bent, wat er voor zorgt dat we voorzichtig reden. Onze camping, Western camping, was erg mooi. We werden meteen begroet door twee walibies. Het koken liet wat te wensen over. Nadat we het ene gastoestel niet aan de praat kregen, hebben we met de andere mooie afdrukken in onze tafel gemaakt én vloog het draadje in de brand waardoor ook deze niet meer te gebruiken is. Gelukkig hadden ze binnen een keuken zodat we alsnog pannenkoeken konden bakken. Op deze camping hebben ze ook een koala walk. Deze hebben we in de ochtend gelopen. We zijn inderdaad een paar koala’s tegengekomen. Hoe vaak je ze ook ziet, ze blijven mooi en schattig. Hierna stonden de Admiral Arch en de Remarkable Rocks op de planning. Eerst hebben we een sandwich gehaald bij het nationale park verderop. Toen Michel wat aan het ophalen was wilde ik onze rotzooi weggooien. Wat op zich niets bijzonders is, ware het niet dat zodra ik de container opende een possum mij verschrikt aankeek. Of nou ja, verschrikt.. het was een nogal trage reactie van Petra de possum. Ze keek heel langzaam op met eerst maar één oog open. Hierna ging ook het andere oogje open en bromde ze wat. Ik heb even met haar gekletst om vervolgens de container weer dicht te doen en te zien hoe twee oudere vrouwen mij enigszins verbaasd aan zaten te kijken. Toen ik vertelde dat er een possum lag te slapen schoten ze in de lach en zeiden dat ze het al wat vreemd vonden dat ik tegen een container aan het praten was. Ik heb het personeel ingeschakeld die vervolgens de possum weer los hebben gelaten in het bos. Dit schijnt een betere plek voor een possum te zijn dan in een container. Ik weet niet of Petra het hier ook mee eens is. Bij de Admiral Arch parkeerden we de auto –mijn schuld- al bij de vuurtoren terwijl we ook heel eenvoudig naar beneden hadden kunnen rijden. Maaaaaar, hierdoor kwamen we wel bij een uitzichtpunt terecht wat ons favoriete uitzicht van het hele weekend bood. Het was een punt boven de zee met schitterende natuur. We hebben hier –uiteraard- de nodige foto’s gemaakt en daarna zijn we doorgelopen naar de AA. Ook hier konden we meerdere zeeleeuwen zien liggen op de rotsen beneden ons. Dit waren wel een ander soort als die we de dag ervoor hadden gezien. Dit waren zeeleeuwen afkomstig uit Nieuw-Zeeland. De AA was een mooi gezicht, je kon door een soort boog heen kijken en de zee zien. Ook hier waren meerdere zeeleeuwen. Foto’s maken viel me wat tegen, het regende, waaide en het was wat lastig om de juiste instellingen te vinden. Ik ben zelf redelijk tevreden met het resultaat. Ook de Remarkable Rocks waren erg mooi. We hebben eerst gewacht tot een hele groep Japanners weg waren zodat we de rosten helemaal voor onszelf hadden. Wel deden we erg voorzichtig door de informatie die we vlak voor het zien van de rotsen hadden gelezen. Een aantal jaar geleden was een groep toeristen aan het genieten van de rotsen toen één man na vele waarschuwingen, alsnog dicht bij de rand van de rotsen ging staan en uitgleed. Hierop hebben twee anderen van de groep hem geprobeerd te redden en zijn ze alle drie weggespoeld. De twee ‘redders’ zijn hierop overleden en de eigenwijs was zelfs te eigenwijs om dood te gaan en heeft het overleefd. Dit verhaal laat mij maar niet los om twee redenen. Michel en ik nemen ook regelmatig risico’s om mooie foto’s te nemen én omdat ik sowieso ook één van die personen zou zijn geweest die meteen te hulp zou zijn geschoten. Afijn, de rotsen waren inderdaad mooi, haast te mooi om te geloven dat dit door de natuur is geschapen en niet door mensen. Hierna zijn we teruggereden naar het nationaal park waar we in de ochtend een sandwich hebben gegeten om nog een korte hike te doen. Omdat we de hike eigenlijk iets té kort vonden hebben we er nog eentje gedaan. En ja, we hadden dus net zo goed in één keer een langere kunnen doen maar dat is niet onze stijl. De routes waren mooi met afwisseling tussen het bos en open velden. In de avond zijn we uit eten geweest bij een restaurant wat dichtbij onze camping zat. Het eten was verrukkelijk, de rit van en naar het restaurant spannend. In het donker rijden blijft een slecht idee op KI, of je nou de weg zoekt of maar tien minuten hoeft te rijden. Moet er niet aan denken om een dier plat te rijden. De laatste dag brak alweer aan voordat we er erg in hadden. De tijd gaat ook zo snel als je het naar je zin hebt. Zo’n heerlijk cliché maar zo waar. We begonnen de ochtend met een negen kilometer lange hike, wederom in het Flinders nationaal park waar we de dag ervoor ook een hike hebben gedaan. Ik vond het vooral erg indrukwekkend om te zien hoeveel verbranden bomen/planten er nog stonden. In 2007 is er een heftige brand geweest waardoor zo’n 65 procent van het park is afgebrand. Gelukkig kan de natuur zich hier goed aan aanpassen en weten de dieren hoe ze de branden kunnen overleven zodat het niet lang duurt voordat deze terugkeren. Ik vond de hike erg mooi, Michel vond het wat tegenvallen. Halverwege de hike zit een vogelbekdier plaats. Er loopt hier een rivier waarbij je op verschillende plekken kunt kijken of je een vogelbekdier ziet. Jammer genoeg hebben wij geen één kunnen spotten, de laatste is een paar weken geleden gespot. Doordat er de laatste dagen veel regen is gevallen kunnen ze overal water vinden en hoeven ze dus niet specifiek naar deze waterplaatsen toe. Op de terugweg naar de veerboot moesten we nog langs een café waar we gisteren zijn geweest, om voor Michel een plak karamel cake te halen. Hij was hier sinds hij deze de dag ervoor zag, niet gestopt met hierover te praten. Ook zijn we nogmaals langs Seal bay café gereden voor de karamel milkshake die Michel daar had gedronken. Het was een goeie snack dag haha. We zijn nog gestopt bij Vivonne bay waar we super mooie foto’s hebben gemaakt. Ook deze plaats was erg mooi en ik ben blij dat we dit nog hebben meegepakt op weg naar de veerboot. Na een lange autorit terug, de veerboot viel gelukkig mee, hebben we pizza gegeten vlakbij Norwood. Eenmaal thuis zijn we vrij snel in slaap gevallen. Het was een super weekend, Bobby bevalt hartstikke goed, het eiland was prachtig en het was heerlijk om even écht met zijn tweeën te zijn. Ik heb stiekem nu al zin in ons volgende uitje.

Foto’s

6 Reacties

  1. Marga:
    17 april 2018
    wauw wat een weekend zeg. Heerlijk om de dag hier in NL te beginnen met jouw verhaal.
  2. GERDA:
    17 april 2018
    wat een avontuur Genietennnnnnnn !
  3. Brink:
    17 april 2018
    Burn baby burn hahaha. Bijna dat island in brand gezet, gelukkig regende het :p (grapje hoor). Moest bij de AA even switchen ik dacht waarom zijn jullie ineens bij de anonieme alcoholisten club, maar je had het afgekort (dom dom dom).
    Klinkt als een mooie weekend, met helaas af en toe wat minder weer (wat voor de zeeleeuwen dan juist mooi is). De foto's zagen er in ieder geval te gek uit.
    En tja die vrouwtjes, ik snap ze wel. Als ze Bertje Vis hadden gezien hadden ze tegen je gezegd 'ga maar mee met die witte meneer' ;). Arme petra!
  4. Martha:
    17 april 2018
    Wat weer even avontuur. Lekker even een vrij weekend 😁
  5. Mama:
    17 april 2018
    Zo beleef je nog eens wat
  6. Harry en Alies:
    18 april 2018
    Mooi om te lezen dat jullie samen zo genieten!